Waarom voelen we ons klein bij het kijken naar de sterren? Waarom is er meer rust en vrede in ons hart als we midden in de natuur zijn? Wat is het dat we ons betoverd kunnen voelen door een heuvelachtig of besneeuwd landschap? Dat we blij worden van de geur van gemaaid gras en van herfstgeuren in het bos. Dat het voelen van de zon op onze huid en het horen van fluitende vogels in de lente iets goeds met ons doet. Voor mij staan zulke ervaringen centraal in mijn liefde voor de natuur. Het is belangrijk om open te staan voor zulke ervaringen en ze bewust op te zoeken om die liefde te voeden. Vier ‘vaardigheden’ staan daarin voor mij centraal: aandacht, verwondering, ontzag en verbondenheid.
Aandacht
Aandacht voor mijn natuurlijke omgeving gaat voor mij juist ook om het kleine, waar de meeste mensen aan voorbij lopen (of vliegen). De natuur, schrijft Thomas Merton, “spreekt een taal zonder woorden en juist daarom leert de natuur te kijken, te luisteren, present te zijn.”[1] In het evangelie van Mattheus roept Jezus ons op om te kijken naar de vogels en naar de lelies.[2] Ze leren ons vertrouwen en zorgeloosheid. Zoals de bomen ons geduld kunnen leren, de bijen ijver, de mieren doorzettingsvermogen, en al die andere levensvormen, die gewoon zijn, leven in het hier en nu.
Verwondering en ontzag
Werkelijke aandacht voor de natuur leidt tot verwondering en openstaan voor die verwondering leidt tot ontzag. Door te kijken naar de sterren of naar onbereikbare bergtoppen om je heen, voel je je klein, nietig. Ik heb dat ook als ik door het bos loop of naast een enorme boom sta. Heb je ook zulke ‘ik-ben-maar-klein-ervaringen’? Sta je er voor open voor? Zoek je het op?
Verbondenheid
Vanuit aandacht, verwondering en ontzag komt er ruimte voor verbondenheid met de natuur. We weten dat al het leven met elkaar verbonden is; dat het bodemleven, de paddenstoelen, planten, insecten en dieren één groot complex geheel vormen. Waar zitten wij in dat (eco)systeem? Is onze relatie met de natuur dat we haar vooral gebruiken? Of is er in die relatie juist ook ruimte voor zorg en verantwoordelijkheid? Paul Kingsnorth zegt: “Er zit leven in de natuur, een oude waarheid en een levende kracht. Als je goed luistert en voelt, voel je een connectie. Wie zegt dat de natuur dood is, is er zelf ernstig aan toe. En dan kun je ook doen met haar wat je maar wilt.”[3]
Werkelijke aandacht voor de natuur is stilstaan en rust tegenover haast en gejaagdheid, er ontstaat ruimte voor verwondering en ontzag tegenover oppervlakkigheid, en voor verbondenheid en liefde in plaats van afstandelijkheid. Daarom, ga de natuur in. Neem de tijd om tot rust en tot jezelf te komen. Geef je zintuigen de ruimte, kijk met aandacht, luister goed. Probeer jezelf te relateren aan het niet-menselijke leven om je heen; weet wat er leeft in jouw omgeving, welke bomen er staan, welke vogels er wonen. En, draag zorg voor de natuur, door je eigen leven duurzaam in te richten en door in je eigen omgeving ruimte te scheppen zodat de natuur rustiger kan ademhalen.
[1] Kick Bras, Onuitsprekelijk paradijs: De groene spiritualiteit van Thomas Merton, pagina 124.
[2] Matteüs 6:26-28.
[3] Moderne Profeten, seizoen 2, aflevering 6: Paul Kingsnorth | Waarheid en de Schepping.