Ik heb thuis een hele bak vol poep staan. Vies, hè? Nou, eigenlijk valt dat wel mee. Een jaar geleden schakelde ik hulptroepen in om ons afval te verminderen. We konden het niet alleen. Nu eten tientallen, misschien wel honderden wormen ons GFT afval en maken er compost van.
Ik had al vaker van een wormenbak gehoord, maar twijfelde of ik het wilde proberen. Ik las destijds op het Internet dat een wormenbak prijzig in aanschaf is en niet makkelijk te onderhouden. Het zou jammer zijn om veel geld uit te geven aan iets dat geen kans van slagen heeft.
Een paar maanden later besloot ik toch verder te zoeken. Er waren meer mensen die een wormenbak te duur vonden. Zij maakten de wormenbak zelf: met 3 plastic bakken en een boormachine. Dat kan ik ook! Dus een tijdje later hadden we een wormenbak. Daarna is het een kwestie van een goede bodem leggen en je kunt je compostwormen verwelkomen in hun nieuwe ecosysteem. Compostwormen zijn overigens niet de standaard regenwormen uit je tuin. In een mix voor je wormenbak heb je vaak 2 soorten wormen: de tijgerworm (Eisenia Fetida) en de mestworm (Eisenia Hortensis).
Een goede leefomgeving maken voor de wormen is een kunst. Ze willen niet te warm staan, maar ook niet te koud. Ze houden van vocht, maar te veel is ook niet goed. Ze moeten genoeg eten hebben, maar je moet ze niet overvoeren. Je kunt ze heel veel soorten eten geven, maar niet alles. Gelukkig, zo vind je op veel websites, zijn de wormen vergevingsgezind. Maar je moet wel iets doen als er iets mis gaat. Daarom moet je je bak geregeld controleren. Kijk en ruik. Zie je iets vreemds of ruikt het vies? Controleer of je moet ingrijpen. Ik heb daarvoor veel gehad aan dit document.
Het gaat nog steeds goed met onze wormenbak. Ik begin door te krijgen wat de beste plek is qua temperatuur. Ik weet hoe de wormenbak hoort te ruiken en wanneer ik wat verscheurde wc-rolletjes moet toevoegen als het te nat wordt. De eerst compost is bijna klaar. Die bak vol poep is een win-win situatie: de hoeveelheid GFT-afval is aanzienlijk geslonken en de kamerplanten krijgen een rijke voeding van wormenpoep.
