Al voor de klimaattop in Glasgow vlogen de voorspellingen je om de oren. Ook deze top zou mislukken. Botsende belangen, beloften zonder sancties, nachtelijk radbraken over woorden en komma’s: blijkbaar kan het niet anders. Geen wonder dat critici het akkoord bestempelen als gebakken lucht. Anderen zien het glas toch liever halfvol nu – eindelijk, maar oké – kolen in de ban wordt gedaan. Toch vind ik al die interpretaties onbevredigend. De onderliggende waarden blijven namelijk nagenoeg onbesproken, terwijl ze stoelen op wereldbeelden die fundamenteel met elkaar kunnen botsen, tussen mensen en tussen landen.
Opeens moet ik denken aan Mike Hulme, hoogleraar klimaatverandering aan de universiteit van East Anglia. Bij voorgaande conferenties had ik veel aan zijn inzichten. Ik pluk zijn twaalf jaar oude boek uit de kast en kijk opnieuw in een spiegel die hij ons allen voorhoudt. Want het klimaat is niet alleen een sociaal, politiek of milieuprobleem. We moeten dieper graven. Hulme spreekt van vier oermythen, waarin fundamentele waarheden over het mens-zijn al vanaf de oudheid resoneren. Verhalen over wat de natuur voor elk van ons betekent. Omdat ze vaak religieuze wortels hebben, hanteert hij bijbelse termen.
De eerste mythe is ‘Jammerklacht over Eden’. We kijken met nostalgische ogen terug naar de tijd toen de natuur nog puur was. Het contact met dat paradijs is verloren, en daarmee ook met ons innerlijk. Het is een verhaal vol verlangen, over het klimaat dat als laatste bastion van zuiverheid moet worden beschermd. De tweede mythe heet ‘Voorspelling van de Apocalyps’. Klimaatverandering zien we als een voorteken van gevaar, chaos, rampen, ineenstorting, verwoesting. Hierachter schuilt angst voor een onbekende toekomst. Dit verhaal benadrukt daarom de urgentie van actie: ‘red het klimaat’ – en ons eigen hachje.
‘Bouwen aan Babel’ vormt de derde mythe. Deze schetst een positiever beeld. De natuur is aan de wil van de mens overgeleverd, ja zelfs het klimaat valt te sturen. Dankzij techneuten zijn we in staat een mondiale thermostaat te ontwikkelen. Dit is een oud, utopisch verhaal, dat zijn hoogtepunt vindt in het moderne beheersingsideaal van onze tijd. De vierde mythe is ‘Vieren van het Jubeljaar’. Klimaatverandering wordt hier beschreven in termen van zonde en bekering, maar ook van rechtdoen en gelijkheid. Het verhaal appelleert aan de hoop om met radicale keuzes overal ter wereld gerechtigheid te brengen.
Hulme’s analyse is nog steeds geldig. De vier oermythen vertonen zich in diverse gedaanten, van de oproep tot soberder leven tot een haast heilig geloof in technologie. Maar vooral het vierde verhaal heeft de wind in de zeilen gekregen. Ik zag de vlaggen met ‘Climate Justice’ op winderige stoepen in Kopenhagen (2009), nog meer in de conferentiegangen in Parijs (2015), en dit jaar talrijk tijdens de klimaatmarsen over de hele wereld, in de aanloop naar Glasgow. Het is bemoedigend te zien hoeveel mensen zich laten inspireren en hun zorgen delen, nota bene met jongeren voorop. In die potentie ligt ook mijn hoop.
Tjirk van der Ziel